Heeft Plattelandsfonds nog nut?

Het plattelandsfonds is bedoeld om subsidies te geven aan projecten die de leefbaarheid van het platteland moeten verbeteren. Je denkt dan spontaan aan het sociale weefsel van een dorp, aan open ruimte en natuur, aan initiatieven die de landbouw dichter bij de consument brengen. Verkeerd gedacht: de middelen gaan vooral naar de aanleg van wegen. En ook opvallend: West-Vlaanderen loopt met het grootste deel van de koek weg. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams volksvertegenwoordiger Wilfried Vandaele (N-VA) verzamelde.

Vandaele bekeek de jaren 2013 en 2014 en stelt vast dat natuur en landbouw telkens slechts 7% van de middelen uit het Plattelandsfonds kregen, recreatie en toerisme 12%, maar meer dan de helft van het budget ging naar de aanleg (of verbetering) van pleinen en wegen (55%).

Het fonds betaalde in 2014 ruim 8 miljoen euro uit.  West-Vlaanderen pikt  40% van de middelen in, Antwerpen slechts 6%. In West-Vlaanderen kregen in 2014 20 gemeenten projecten goedgekeurd, voor een totaal bedrag van 3,2 miljoen euro. 12 gemeenten in Vlaams-Brabant kregen 1,8 miljoen. Limburg was met 7 gemeenten goed voor bijna 1,4 miljoen. 8 Oost-Vlaamse gemeenten incasseerden ruim 1 mio euro. 3 gemeenten in de provincie Antwerpen streken samen 0,5 miljoen euro op.

Bij koploper West-Vlaanderen hebben 23 van de 32 ingediende projecten ook te maken met wegenwerken. Slechts 1 project gaat over landbouw (in Poperinge) en 1 project over vrijwaren van open ruimte (eveneens Poperinge). Geen enkel project is gericht op natuur.

Wilfried Vandaele stelt vast dat het fonds beheerd wordt door de minister van Landbouw en Leefmilieu, maar dat landbouw en natuur nauwelijks aan de bak komen. De doelstellingen van het decreet plattelandsbeleid worden volgens hem met het fonds ook niet gediend. Hij vraagt zich dan ook af of het Plattelandsfonds in zijn huidige vorm moet blijven bestaan.