U bent hier
Laat de (noorder)buren niet los
Alle ronkende verklaringen over een samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland ten spijt, loopt het op dat vlak al te vaak fout, schrijft Wilfried Vandaele in De Standaard. Er is wel focus op cultuur en kunst, maar wat met de bredere maatschappelijke thema's?
Op 8 februari ging in Rotterdam 'BesteBuren' van start, een gevuld jaarprogramma van culturele projecten tussen Nederland en Vlaanderen. Uitgerekend op het ogenblik dat het Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland zo zijn 20ste verjaardag viert, nemen de Nederlandse en Vlaamse leden van de verdragscommissie collectief ontslag. Zij vinden dat ze door de overheden onvoldoende ernstig worden genomen. Op 20 maart besluit de Vlaamse Regering, in overleg met Nederland, het secretariaat van het Cultureel Verdrag op te heffen.
Aan politieke beleidsverklaringen over de Nederlands-Vlaamse samenwerking is er geen gebrek. Zeker niet aan Vlaamse kant, waar Nederland steevast geldt als 'de prioriteit' voor het buitenlands beleid. Ambtenaren daarentegen hebben het vaak moeilijk om een deeltje van hun macht af te staan door rekening te moeten houden met de collega's van over de grens. Zeker als ze bevoegdheden en middelen moeten overdragen naar een aparte Nederlands-Vlaamse instelling waar ze hun rechtstreekse greep op verliezen.
In 1981 werd het Taalunieverdrag ondertekend, voor de samenwerking op het gebied van taal en letteren. De instelling kende een moeizame start, want de onderwijsdepartementen werkten node mee. En in 1999 presteerde Vlaanderen het nog om een eigen Vlaams Fonds voor de Letteren op te richten, terwijl Nederland al jaren een goed werkend fonds had en een gezamenlijk fonds in de schoot van de Taalunie voor de hand leek te liggen. En toch: in 2016 zijn Nederland en Vlaanderen samen gastland op de Frankfurter Buchmesse. Meteen een eerste conclusie: voor Vlaamse en Nederlandse organisaties is het geen probleem om samen te werken, maar ze willen hun eigenheid behouden. Een echt gezamenlijke organisatie op de been brengen, ligt blijkbaar veel moeilijker.
Makelaarsfunctie
Toen het Cultureel Verdrag (CVN) in 1995 werd ondertekend, om de samenwerking op het gebied van cultuur, onderwijs, wetenschap, media en welzijn te versterken, werd de handrem meteen aangetrokken en vastgelast. Er kwam wel een afzonderlijk Nederlands-Vlaams secretariaat, maar met beperkte financiering en bestaffing. In de beginjaren fungeerde het CVN als steunpunt en doorgeefluik voor alle mogelijke samenwerkingsinitiatieven. Die makelaarsfunctie blijft ook vandaag belangrijk. Telkens opnieuw moeten Nederlanders en Vlamingen in verschillende werkvelden elkaar leren kennen. Omdat mensen vaak van job veranderen en structuren meer dan nodig worden aangepast, is dat een blijvende opdracht.
De Taalunie is het steun- en informatiepunt voor taal en letteren, het Cultureel Verdrag had dat moeten zijn voor het bredere terrein. Als het CVN dat niet meer doet, dan moeten de overheden die opdracht uitdrukkelijker opnemen in de taakstelling voor zowel deBuren, het Nederlands-Vlaams cultuurhuis in Brussel, als De Brakke Grond, het Vlaams cultuurhuis in Amsterdam. Beide concentreren zich vandaag (te sterk) op presentatie van cultuur en kunst. Als makelaar optreden voor bredere maatschappelijke thema's, is minstens even belangrijk. Nu het CVN hervormd wordt, krijgen de departementen Buitenlands beleid de uitdrukkelijke opdracht om een aanspreekpunt aan te duiden waar mensen en organisaties terechtkunnen die met het buurland willen samenwerken.
Door de jaren werd er herhaaldelijk voor gepleit een soort fonds op te richten waar Nederlands-Vlaamse initiatieven een beroep op kunnen doen. Voor 'BesteBuren' werd eenmalig zo'n subsidiepot van 500.000 euro ingesteld. De middelen die nodig waren voor het CVN-secretariaat (tweemaal 131.000 euro) zullen voortaan gebruikt worden voor Nederlands-Vlaamse initiatieven in het buitenland.
De opeenvolgende besparingen hebben de Nederlands-Vlaamse instellingen geen goed gedaan. In het algemeen ging Nederland eerder en drastischer met de kaasschaaf aan de slag dan Vlaanderen, maar aangezien er bij elk van de instellingen een Nederlands-Vlaamse verdeelsleutel bestaat, treedt een soort sneeuwbaleffect op als één van de partners middelen wegknipt. Als één land bespaart, volgt het andere.
Dat het Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland in zwaar weer is terechtgekomen, moet een aanleiding zijn om in de Nederlands-Vlaamse samenwerking nieuwe accenten te leggen. Kind én badwater weggooien, is geen optie.