U bent hier
Voedselverspilling: hoe houdbaar is ons welvaartsgedrag?
"Helft groente en fruit belandt nooit op bord". De Standaard (4 oktober 2012) duwt ons met die krantenkop met de neus op de harde werkelijkheid: we morsen met ons voedsel. In Vlaanderen wordt elk jaar ruim een half miljoen ton voedsel verspild. Per Vlaming is dat 76 kilogram! We behoren daarmee tot de grootste verspillers in Europa. Hoe houdbaar is dit 'welvaartsgedrag'?
De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) bracht recent nieuwe, alarmerende cijfers over de voedselverspilling. Dat op wereldvlak ongeveer een derde van de voedselproductie verloren gaat of verspild wordt, was een cijfer dat we al langer kenden. Nu volgt de melding dat in Europa bijna de helft van het fruit en de groenten verloren gaat.
Er zijn verschillende oorzaken. Twintig procent van groente en fruit komt nooit op de markt of verdwijnt al in een vroeg stadium. De voedingsindustrie en –distributie hebben vaak weinig keuze. De consument is immers genadeloos: een onregelmatige vorm, te groot of te klein, een klein vlekje op de schil… betekent vaak al meteen dat niemand het product wil kopen. Dus bieden de winkels het ook niet aan als het niet 'perfect' is.
Gelukkig gaat niet alles wat we niet opeten, helemaal verloren. Land- en tuinbouwproducten eindigen vaak in veevoeders, op de composthoop of in biomassa die voor groene energie zorgt.
Voedingswaarde
Maar zelfs de aankoop van het voedsel door de consument biedt geen zekerheid. De Openbare Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) onderzocht ooit de huisvuilzakken van de Vlaming. Bij één vijfde van de weggegooide ongeopende verpakkingen was de vervaldatum niet eens overschreden. OVAM gaf ooit cijfers vrij over voedselverspilling in de horecasector. Iedere maaltijd levert tegelijk ook 600 gram organisch-biologisch afval op, vooral groenten.
Beseffen wij Vlamingen nog wel hoe waardevol voedsel is? Wij vinden het zonder meer vanzelfsprekend dat er dag na dag voldoende voeding beschikbaar is. In 1960 beschikte een uit de kluiten gewassen kruidenierswinkel over 2 000 producten. Vandaag heeft een doordeweekse supermarkt er 15 000 in huis. Al bij al is onze basisvoeding niet eens bijzonder duur. Pakweg 70 jaar geleden besteedden de mensen een veel groter deel van hun inkomen aan voeding dan vandaag het geval is. Vandaag gaat slechts 15 procent van ons huishoudbudget naar voeding en drank.
Vrije marktwerking
Vanzelfsprekend heeft de overheid nauwelijks vat op de voedselverspilling. De wetten van de vrije markt spelen. Inbegrepen de neveneffecten. Toch mogen we als politici de ogen niet sluiten. Voedselverlies en –verspilling hebben zowel een ethische, een sociale, een economische als een ecologische dimensie. Voldoende aanknopingspunten dus om als mandataris even bij stil te staan.
In antwoord op mijn schriftelijke vragen meldde minister-president Peeters dat op Vlaams niveau sinds 2011 een interdepartementale werkgroep ‘voedselverlies- en verspilling’ actief is. Vertegenwoordigers van verschillende administraties werken er samen , op basis van een stevige doorlichting van de Vlaamse voedselketen. Duurzame ontwikkeling moet ook hier de toetssteen zijn. Onder meer het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) nam al initiatief. Zonder twijfel kan er met enige creativiteit heel wat gebeuren. We denken aan innovatieve verpakkingen, ondersteuning van voedselbanken e.d. … Minister-president Peeters kondigde dit voorjaar aan nog voor eind dit jaar conclusies te formuleren. We zijn benieuwd.
Mentaliteitswijziging
Zomaar groente en fruit weggooien is géén goede zaak. Want alles heeft z’n prijs. Vandaag is zowat alle groente en fruit op elk moment van het jaar beschikbaar: aardbeien met Kerstmis, sla met Pasen. We kopen boontjes uit Kenia en erwtjes uit Australië. Bij de hoge milieukost (als gevolg van de verwarming van serres of door het wereldwijde transport) staan we nauwelijks stil. Waarom niet meer inzetten op streek- en seizoensgebonden eten?
Er is de discussie over zin en onzin van houdbaarheidsdata (‘ten minste houdbaar tot’ (THT), ‘te gebruiken tot’ (TGT) is een cyclische klassieker. Hoe gaan we hier mee om?
Ook op het niveau van opslag, transport en bewaartechnieken is zonder twijfel nog een hele weg te gaan. Wat dan toch verloren gaat, kan inderdaad gebruikt worden voor de productie van energie. Al rijst ook hier de vraag of het aanvaardbaar is dat gewassen die als voedsel kunnen dienen, gebruikt worden als biomassa.
Wie te veel in het eigen bord kijkt, verliest al vlug het brede perspectief. Tegen 2050 zal de wereldbevolking met 30 procent stijgen tot 9 miljard. Vandaag al lijden 1 miljard mensen honger. Dat het Europese Avondland zo massaal voedsel verspilt, blijft een bijzonder pijnlijke vaststelling.