U bent hier
Enkel beslissingen over Vlaamse infrastructuur echt uitvoeren maakt komaf met Vlaamse 'stilstand'
Dirk Van Mechelen (Open Vld), de gewezen minister van Ruimtelijke Ordening, wast de handen in onschuld als het over de 'vertraging van grote bouwprojecten' gaat (De Tijd, 12 oktober). Zijn decreet van 2008 is er nochtans de oorzaak van dat 70 dossiers op de helling komen te staan.
Voor grote projecten moeten doorgaans een plan-MER (milieu- effectrapport) en een RUP (ruimtelijk uitvoeringsplan) worden opgesteld. Vroeger waren dat twee afzonderlijke procedures, die naast elkaar liepen. In 2008 werd het mogelijk de twee tegelijk te laten lopen, wat tijd bespaart.
Er zat echter een foutje in de teksten: voor een plan-MER dat afzonderlijk wordt opgesteld, moet de inspraakprocedure een publicatie zijn in de schrijvende pers. Waar het integratiespoor wordt gevolgd, volstaat een vermelding op het internet.
'Een detail!', zullen velen oordelen, maar dat bleek het niet. Halverwege 2011 bleek de Raad van State moeite te hebben met dit verschil in procedure. Daarom keurde het Vlaams Parlement op 11 mei 2012 een decreet goed om dossiers die daardoor mogelijk op de helling konden komen, vanuit het parlement rechtsgeldigheid te verlenen (validatie). Het decreet werd breed gedragen: CD&V, sp.a, N-VA en Open VLD stemden voor, Vlaams Belang onthield zich. Enkel Groen stemde tegen.
We gingen ervan uit dat het probleem daarmee van de baan was, temeer omdat de Raad van State, die we vooraf advies hadden gevraagd, akkoord ging. Tot het Grondwettelijk Hof er deze zomer anders over oordeelde. De intussen 32 definitief goedgekeurde RUP's zijn daardoor niet waardeloos, maar wie wil kan ze opnieuw aanvechten. Het gaat onder meer om het Vlaams Strategische Gebied rond Brussel (VSGB), de gevangenis van Dendermonde, en het STEVIN-project, dat de elektriciteit van de windmolenparken op zee land- inwaarts moet transporteren.
Voor de helft van de 70 dossiers lijkt de oplossing eenvoudig: ze zijn nog niet definitief goedgekeurd en de inspraakprocedure kan nog hernomen worden. Voor de andere helft lijkt het wenselijk dat het parlement 'voorlopig valideert', waardoor de rechtszekerheid behouden wordt, en intussen de inspraakprocedure wordt hernomen. Voor een paar dossiers gaan stemmen op om die niet voorlopig, maar definitief te valideren, omdat ze zo complex zijn dat het ondoenbaar is de inspraakprocedure over te doen zonder schadeclaims, grote extra kosten en jarenlange rechts- onzekerheid.
Een dergelijke ingreep kan enkel in zeer uitzonderlijke gevallen. Dat zegt ook het Grondwettelijk Hof. Voor ons moet in die gevallen het algemeen belang helder zijn en moet er een breed politiek en maatschappelijk draagvlak bestaan.
Op de sukkel
Collega Van Mechelen heeft het ook over de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Hij heeft gelijk dat die raad in het begin op de sukkel was. Er kwamen meer dossiers binnen dan men bij de oprichting had ingeschat. Regering en parlement hebben dat aangepakt: door een extra rechter te benoemen, de procedures vlotter te laten lopen en andere rechters te laten bijspringen, bijvoorbeeld die van het milieuhandhavingscollege.
Nog deze legislatuur willen we de omgevingsvergunning goedkeuren, waar al veel regeringen - ook die met collega Van Mechelen - hun tanden op hebben stuk- gebeten. Die vergunning moet de milieuvergunning en de stedenbouwkundige vergunning samenbrengen, wat efficiëntie en tijdwinst moet opleveren. Ook het 'decreet complexe projecten' moet nog voor de verkiezingen ter stemming komen.
Willen we met dit alles de inspraak van de burgers beknotten? Nee, zeker niet. Daar moet alle ruimte voor blijven. Maar zodra de inspraak is afgerond, de voor en tegens zijn afgewogen en een beslissing is genomen, moet die beslissing ook worden uitgevoerd. Alleen dan komt een einde aan de zogenaamde 'stilstand'.